cholestorol verlagend dieet

 

Het Metabool Syndroom, ook wel Syndroom X genoemd, is voor het eerst benoemd in 1988 door Gerald Reaven, artsonderzoeker aan Stanford University in Californië. Metabool Syndroom is een cluster of verzameling van lichamelijke aandoeningen met als gemeenschappelijke deler insuline-resistentie die tezamen het Metabool Syndroom worden genoemd. Bij metabool syndroom worden de klachten dus niet meer gezien als afzonderlijk te behandelen aandoeningen maar als een combinatie van klachten die samen dezelfde oorzaak hebben.

Wat is insuline-resistentie?

Insuline resistentie is het negeren door de lichaamscellen van het hoge aanbod van het hormoon insuline, veroorzaakt door een te lang en te hoog aanbod van glucose. Dit te hoge aanbod onstaat bijvoorbeeld als afbraakproduct van snelle koolhydraten. Cellen worden ongevoelig, ofwel resistent voor het hormoon.

Metabool syndroom, de 4 waarschuwingssignalen

Van Metabool Syndroom kan sprake zijn wanneer er naast insuline resistentie minstens 2 van de hieronder genoemde aandoeningen worden vastgesteld:
- verhoogde bloeddruk, 
- verstoord bloedsuikergehalte -nuchter glucose gehalte > 6,4mmol (insuline-resistentie) of Diabetes II,
- verhoogd totaal Cholesterol /verhoging triglyceriden en verlaging HDL,
- overgewicht, een te hoog BMI (Body Mass Index), en/of vetophoping rond het middel.

te grote buikomvang

Overige symptomen die kunnen wijzen op Metabool Syndroom

Een aantal klachten die kunnen voorkomen naast de eerder genoemde lichamelijke aandoeningen zijn: vermoeidheid, verwardheid, slapeloosheid, behoefte aan zoetigheid, hoofdpijn, hartkloppingen, duizeligheid, zweten, concentratieproblemen, wazig zien, slecht geheugen en stemmingswisselingen, afwijkingen van de schildklier.

Wat zijn de oorzaken?

Factoren die bijdragen aan het ontstaan van Metabool Syndroom zijn:

Een verkeerd eetpatroon:
Een teveel aan geraffineerde koolhydraten, teveel verzadigde vetten en transvetten, teveel koffie en alcohol, (Light) frisdranken, te weinig vezels en een te lage inname van – met name- omega 3 vetzuren bevordert insuline resistentie en resulteert dus in een verstoorde bloedsuikerspiegel.
De WHO verwacht dat het aantal mensen met diabetes wereldwijd zal verdubbelen van 143 miljoen in 1997 naar 300 miljoen mensen in 2025. De laatste jaren komt dit steeds meer voor bij dertigers en zelfs bij kinderen!

Te weinig beweging:
Onze huidige maatschappij bestaat vooral uit beroepen waar het werk de hele dag zittend wordt uitgevoerd. Veel mensen hebben een disbalans tussen de hoeveelheid lichamelijke activiteiten en voedselopname. Een overmatige inname van verkeerde voeding plus de tussendoortjes in combinatie met te weinig beweging bevorderen insuline gevoeligheid. Hierdoor wordt de regulatie van de stofwisseling verstoord. Het drinken van Frisdranken en zelfs ‘Light’ frisdranken lijkt dit risico nog eens flink te vergroten.

Overgewicht:
Met name vetophoping in de buikstreek is geassocieerd met insuline resistentie. Voor mannen geldt dat een buikomvang groter dan 101 cm en voor vrouwen groter dan 88 cm een verhoogd risico kan opleveren op deze aandoening. Hierbij moet vermeld worden dat niet iedereen met een buikomvang die groter is last heeft van insuline resistentie en niet iedereen met insuline resistentie een grote buikomvang heeft.

Chronische stress:
Bij stress wordt Cortisol aangemaakt. Dit is een natuurlijke reactie van het lichaam om een stress situatie de baas te kunnen. Bij het vrijkomen van cortisol wordt (tijdelijk) de bloedsuikerspiegel verhoogt. Echter, bij chronische stress wordt continu cortisol aangemaakt en dit kan uiteindelijk leiden tot een verhoogd risico op insuline resistentie.

Overige risicofactoren:
Slaaptekort en onbalans van het bioritme:
Slaaptekort kent vele oorzaken. Denk aan factoren als tot laat televisie kijken, prikkels en licht dat we ontvangen van mobiele telefoon (beeldscherm), overmatig alcoholgebruik en laat eten/snacken. Al deze factoren dragen bij aan een verstoord bioritme wat zich weer uit in slecht of te weinig slaap. Dit slaaptekort wordt in verband gebracht met insuline resistentie.

Erfelijke aanleg:
Eerstegraads familieleden van mensen met diabetes II, gecombineerd met een ongezonde levensstijl hebben een verhoogde risico op insuline resistentie.

Andere factoren:
Verstoorde hormonale balans, roken, gebruik van antidepressiva.

De gevolgen van metabool syndroom op langere termijn

Metabool syndroom kan leiden tot een aantal ernstige aandoeningen zoals diabetes II, snelle veroudering, obesitas, jicht, alzheimer, vruchtbaarheidsproblemen, hart- en vaatziekten,  osteoporose, chronische vermoeidheid, schildklieraadoeningen,  niet alcoholische leververvetting en zelfs bepaalde typen kanker waaronder borstkanker en kanker van de dikke darm.

Voorkomen van Metabool syndroom.

Uiteraard is voorkomen beter dan genezen. U kunt metabool syndroom voorkomen door uw levensstijl aan te passen. Kies voor regelmatig, voldoende en gezonde voeding en zie af van tussendoortjes en ongezond snacken.
Zorg voor voldoende beweging (minstens 2,5 uur per week), een regelmatig dag én nachtritme en het reduceren van de stress-factoren in uw leven.

gezonde voeding voorbeeld

Behandelen van Metabool Syndroom.

Naast het gebruik van de reguliere middelen is het vooral ook van belang uw levensstijl aan te passen. Uw eetpatroon dient een patroon te zijn van voeding die de bloedsuikerspiegel zo constant mogelijk houden. Dit betekent veel groenten, een goede balans in onverzadigde (omega-3)vetzuren, beperking of zelfs eliminatie van geraffineerde koolhydraten en voldoende gevarieerde eiwitten. Heeft u hulp nodig bij het aanpassen van uw eetpatroon dan kan een adviestraject van een  natuurvoedingsdeskundige u hierbij uitstekend helpen.

Omdat veel mensen pas hulp zoeken als zij al veel metabool syndroom problemen ondervinden kan het zijn dat verbetering pas na enige tijd merkbaar is. Het heeft jaren geduurd voordat Metabool syndroom ontwikkeld is, verbetering gaat gelukkig wel sneller dan de ontwikkeling maar het vergt  wel enige tijd. Het is van groot belang dat niet alleen de voeding wordt aangepast maar óók de overige factoren zoals stress én beweging én gebruik van de juiste aanvullende voedingssupplementen.